Bij Caleidoz in Zevenaar en Doesburg worden de beroepskrachten op dit moment ondersteund door 323  vrijwilligers. Ik, Yvon Bruins, wil ook mijn steentje bijdragen door zo nu en dan het gesprek aan te gaan. Hoe ervaart een vrijwilliger het om bij Caleidoz te werken? Voor dit interview ging ik op bezoek bij Ontmoetingscentrum De Hooge Bongert in Zevenaar. Daar ontmoette ik Annie ten Brinke en Annie Arends.

Het is druk als ik het Ontmoetingscentrum De Hooge Bongert inloop. Aan lange tafels wordt gekaart en zachtjes gepraat. Af en toe hard gelachen. Ik loop rond en maak, mét toestemming, wat foto’s van de mannen aan het biljart en de deelnemers bij de computersoos. Terug in de zaal zie ik aan een tafeltje Annie Arends, één van de twee Annies die ik vanochtend ga interviewen over haar vrijwilligerswerk bij Caleidoz. Als er mensen aan de bar vragen om een drankje staat ze op, helpt ze en rekent af. Dan komt ook Annie ten Brinke binnen. We vertrekken samen naar een rustige ruimte.

Beide goedlachse dames zijn in de tachtig, weduwe en werken elk, twee hele dagen achter de bar.  Annie Arends helpt daarnaast ook nog op zaterdag bij de Open Tafel waar een 3-gangen menu wordt geserveerd onder de titel ‘Hé eet je ook mee?’ Annie ten Brinke startte in de jaren ‘90 in de Hooge Bongert toen ze er samen met haar man de klaverjasdrive runde. Annie Arends kwam als buurtbewoner in contact en helpt er sinds 2009. De motivatie om vrijwilliger te zijn is vooral mensen ontmoeten, je gewaardeerd voelen en een zinvolle tijdsbesteding. Gedurende het gesprek blijkt dat beide Annies over de nodige ervaring beschikken. Zo stonden ze in het verleden achter de bar van resp. de Kunstacademie Arnhem en het Schuttersgebouw in Zevenaar. Nu zijn de taken wat breder. Als gastvrouw heten ze de bezoekers welkom, schenken drankjes, verzorgen de afwas, beheren de voorraad en de kassa. Tevens ondersteunen ze een jongere die een aantal uren per week werkervaring opdoet.

Verbinding is belangrijk voor beide Annies. “Als een nieuwe bezoeker binnenloopt, vangen we hem/haar op. We vertellen over de activiteiten en introduceren de nieuwkomer desgewenst bij de andere aanwezigen. Veel van hen zijn op leeftijd en hebben hun partner verloren. Hier wordt vooral gezocht naar gezelligheid, de mogelijkheid een praatje te maken en/of een leuke tijdsbesteding waarbij je soms nog iets kan leren”. Het wekelijkse aanbod aan activiteiten bestaat o.a. uit bridgen, klaverjassen, jokeren, biljarten, darten, wenskaarten maken, handwerken, samen eten, computersoos, gezelschapsspellen, sjoelen, schildersoos, zingen. In het voorjaar komen daar ook de buitenactiviteiten bij.

Beide Annies zijn hier als een vis in het water. Anekdotes genoeg. “Weet je nog die man die zijn handen aan de binnenkant van zijn dijen aan zijn broek droogde omdat de handdoekjes op de WC op waren? We lagen in een deuk’’. Annie ten Brinke: “Een man vroeg mij: ben jij niet van het spoor?” Ik zei: “Ja, ik help elke ochtend de locomotieven aanduwen’’.

Aan waardering hebben Annie ten Brinke en Annie Arends geen gebrek. “Letterlijk met een ‘dankjewel’ en complimentjes van de gasten. Maar ook met mooie attenties vanuit Caleidoz”. Al met al zijn ze heel tevreden. “Ach, een enkele lastige klant kunnen we wel aan. Aan een cursus of meer ondersteuning hebben we geen behoefte. Al zou een paar extra handjes af en toe fijn zijn”.

We ronden af.  “Neem nog een kopje koffie. Een koekje erbij?” Het voelt als een warm bad met deze twee parels. Dat willen we toch allemaal?